Maar is gerechtsvertalen dan geen beroep? En gerechtstolken? “Nee,” zegt de marktkramer, “het is het leveren van een specifieke dienst of een specifiek product aan een specifieke klant. In dit geval aan één specifieke klant in één specifiek marktsegment (van 20 miljoen euro) van een veel grotere markt (van een paar honderd miljoen euro).”

Maar de minister is toch wettelijk gemachtigd om de tarifering van vertaal- en tolkprestaties in strafzaken bij koninklijk besluit vast te leggen? Kun je dan eigenlijk wel van een markt spreken?  “Ja,” zegt de marktkramer, “het is maar hoe je het bekijkt. Het staat de minister inderdaad vrij om aan de (aanbodzijde van de) markt te zeggen hoeveel hij wil betalen. Maar het staat de (aanbodzijde van de) markt ook vrij om niet voor de minister te werken.”

“Maar de minister speelt het goed,” aldus nog de marktkramer, “want veel gerechtsvertalers en gerechtstolken zijn zo sterk gaan geloven dat ze een specifiek beroep uitoefenen dat ze niet meer beseffen dat er daarbuiten nog een hele grote wereld is waar ook een markt is, met kopers die bereid zijn voor professionele taalbijstand heel andere tarieven dan die van de minister te betalen en die vertalers en tolken niet slechts als lastposten zien. Het is maar hoe je het bekijkt.”

“Het fenomeen van de totale kopersmarkt is niet nieuw en geen exclusiviteit van het gerechtelijk en politioneel vertaal- en tolksegment van de taalmarkt. Het interessantst om te bestuderen is hoe in andere sectoren (deel)markten zijn geëvolueerd van een kopersmarkt naar een verkopersmarkt. En wat blijkt? Markten vol professionals slagen daarin. Markten vol bijklussers niet.”

 

We respecteren je privacy.
Door op deze website te surfen aanvaard je functionele en analytische cookies, bedoeld om de site goed te laten werken. Hier geen trackingcookies.