Italiaanse factuur fluit Vlaams taaldecreet (opnieuw) terugGent, 1 juli 2016, Isabelle Bambust - Op 18 december 2014 publiceerde De Taalsector het artikel “Vlaanderen blinkt taaldecreet op”. Het Vlaams taaldecreet van 19 juli 1973, dat het gebruik van de talen tussen werkgever en werknemer regelt, bepaalde onder meer dat ondernemingen met een exploitatiezetel in het Nederlandse taalgebied de individuele arbeidsovereenkomst uitsluitend in het Nederlands moesten opstellen. In 2013 vond het Europees Hof van Justitie (HvJ EU) dit in het arrest Las in strijd met het beginsel van vrij verkeer van werknemers binnen de Europese Unie (Lees: Europees Hof van Justitie haalt Vlaams taaldecreet onderuit). De doelstellingen van algemeen belang die Vlaanderen met het taaldecreet wilde bereiken - zowel de Nederlandse taal als de Nederlandstalige werknemer beschermen en (sociaal) bevorderen - had men volgens het HvJ EU ook op een andere manier kunnen bereiken, bijvoorbeeld door twee taalversies van de arbeidsovereenkomst te verlangen, een in het Nederlands, en een in een taal die beide partijen begrijpen. 

Op 21 juni 2016 is het rebelote! Het Vlaams taaldecreet wordt opnieuw door het HvJ EU op de rooster gelegd en opnieuw teruggefloten. Deze keer gaat het over de taal waarin een factuur moet worden opgesteld. Volgens het Vlaams taaldecreet moeten alle wettelijk voorgeschreven documenten van ondernemingen in het Vlaams Gewest uitsluitend in het Nederlands opgesteld worden, en dit op straffe van een ambtshalve nietigheid.


Feitenrelaas
New Valmar bvba is een onderneming uit het Oost-Vlaamse Evergem, gespecialiseerd in babyartikelen. Deze Belgische onderneming sluit in 2010 een overeenkomst met de Italiaanse vennootschap Global Pharmacies Partner Health Srl uit Milaan. De Italiaanse onderneming wordt daarbij de exclusieve concessiehouder van New Valmar in Italië. New Valmar stelt echter in 2011 vroegtijdig een einde aan de overeenkomst en dagvaardt het Italiaanse bedrijf voor de rechtbank van koophandel te Gent, omdat een aantal facturen onbetaald blijven. De Italiaanse onderneming verweert zich onder andere door te stellen dat de facturen nietig zijn. De facturen zijn immers in het Italiaans opgesteld en het Vlaams taaldecreet verlangt dat ondernemingen uit het Nederlandse taalgebied van België hun facturen in het Nederlands opstellen.

Taaldecreet versus EU-recht
New Valmar is er zich van bewust dat de facturen in strijd zijn met de Vlaamse taalregeling. De Evergemse onderneming meent echter ook dat de Vlaamse taalregeling in strijd is met het EU-recht, meer bepaald met het vrij verkeer van goederen. De rechtbank van koophandel te Gent schorst de zaak en stelt het HvJ EU hierover de volgende vraag. Is de verplichte opstelling in het Nederlands van grensoverschrijdende facturen op straffe van een ambtshalve nietigheid in strijd met het vrije verkeer van goederen?

Vrij verkeer van goederen
Om te beginnen oordeelt het HvJ EU dat de regeling van het Vlaams taaldecreet het risico op betwisting en niet-betaling van facturen verhoogt. Inderdaad, de ontvangers van de facturen zullen geneigd zijn zich tegen de factuur te verzetten, wanneer zij de inhoud van de factuur niet begrijpen. Daarom besluit het HvJ EU dat de Vlaamse taalregeling beperkende gevolgen voor het handelsverkeer heeft. Absoluut gezien is er dus een schending van het vrije verkeer van goederen.

Algemeen belang?
Vervolgens onderzoekt het HvJ EU of er een algemeen belang is dat de beperking van het handelsverkeer en dus de schending van het vrije verkeer van goederen eventueel kan rechtvaardigen. Het HvJ EU aanvaardt twee rechtvaardigingsgronden - twee doelstellingen van algemeen belang: de doeltreffendheid van de controles door de Belgische btw-instanties, en het bevorderen en stimuleren van het gebruik van de officiële Nederlandse taal.

Evenredigheid
Of de Vlaamse taalregeling ten slotte ook evenredig is met deze twee doelstellingen van algemeen belang, is een ander paar mouwen. Daar haakt het HvJ EU af. De taalregeling had naast het gebruik van de officiële taal ook kunnen voorzien in het gebruik van een door de partijen begrepen taal. Dit had dan veel minder ingegrepen in het vrije verkeer van goederen.

Ik maak nog drie opmerkingen in de rand.

1
De factuur die volgens de Vlaamse regelgeving in het Nederlands moet worden opgesteld, moet sowieso naar Italië verzonden worden. Na het arrest New Valmar weten we nu dat dit kan in de vorm van een andere taalversie die de ontvanger van de factuur begrijpt. Ik vind het jammer dat (bij het zoeken naar een oplossing) niemand een parallelle aandacht heeft gehad voor de taalregeling in de Europese Betekeningsverordening. Deze verordening regelt het overmaken van gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten van de ene naar de andere lidstaat. Daarbij is het mee te delen document meestal in de officiële taal van de ene lidstaat opgesteld en wordt het eventueel ten behoeve van de ontvanger vertaald. (De factuur is uiteraard geen gerechtelijk document en ook geen buitengerechtelijk document. De Betekeningsverordening vindt slechts toepassing wanneer een door de lidstaten aangeduide verzendende of ontvangende instantie betrokken is. Bij de verzending van een factuur is er enkel sprake van particuliere tussenkomsten.)

2.
Ik voel een zekere innerlijke verscheuring. Enerzijds ben ik blij met de terugfluiting van de Belgische exclusieve taalterritorialiteit zowel in de zaak Las als hier in de zaak New Valmar. Anderzijds vind ik het goed dat zowel Anton Las als en vooral de Italiaanse onderneming finaal het deksel op de neus heeft gekregen. Waar ik al een beetje degout voelde voor Anton Las (of voor zijn advocaat), is die degout groter ten aanzien van de Italiaanse onderneming. Zij begrepen immers respectievelijk het Engels en het Italiaans en toch speelden zij op. Mensen zitten soms vreemd in elkaar…

3.
De Belgische ‘taalterritoriale’ wetgeving heeft dus in een korte tijdspanne twee belangrijke arresten teweeggebracht: het arrest Las en het arrest New Valmar. Hoe goed kunnen we hieruit niet begrijpen dat evoluties zoals die zich voordoen in andere landen (Nederland, Duitsland, Frankrijk) en waar op verzoek van partijen de ‘officiële procestaal’ wordt vervangen door ‘een procestaal ad hoc’, in België nog lang geen ingang kunnen vinden…



Download dit artikel in een pdf.


Isabelle Bambust (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.) is onderzoeker-assistent aan de rechtsfaculteit van de Universiteit Gent. Sinds 2012 verricht zij onderzoek rond de taalbescherming bij de grensoverschrijdende mededeling van gerechtelijke documenten.