Te laag opgeleide tolken aan de slag in Nederlandse rechtbankenIn Nederland worden steeds vaker te laag opgeleide gerechtstolken ingezet. Dat holt het recht op een eerlijk proces uit en schaadt de rechtstaat. Tolken op C1-niveau klagen de toestand aan en voeren actie voor een betere gerechtelijke taalbijstand op alle vlak.


De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is helder: alle mensenrechten gelden voor iedereen en zonder onderscheid van taal.

Zo heeft iedereen recht op een eerlijk proces in de rechtbank. Maar wat betekent dat? Dat je je voor de rechter altijd en overal in je eigen taal moet kunnen verdedigen bijvoorbeeld. Of als je ergens van verdacht wordt, dat je dat te horen moet krijgen in een taal die jij goed kunt verstaan. Dat is je recht, of je nu een Nederlander bent in Italië of een Portugees in België of een Peruaan in Swaziland.

In de praktijk betekent het vaak dat er een tolk nodig zal zijn om jou dat recht te kunnen garanderen. Je hebt dus recht op een tolk. Meer nog, je hebt recht op een tolk die onder ede gezworen heeft getrouw te zullen vertalen wat er allemaal gezegd wordt. Tolken leggen een dergelijke eed niet lichtzinnig af. Het kleinste vertaalfoutje kan immers leiden tot een dwaling en zelfs het verschil maken tussen vrijspraak en veroordeling, tussen vrijheid en vrijheidsberoving.

Om jou een eerlijk proces te kunnen garanderen, moet de tolk aan de hoogste kwaliteitseisen voldoen: de tolk moet twee talen op hoog niveau (C1) beheersen, hoogopgeleid zijn in het tolkvak, een grondige kennis hebben van het recht en van de wereld. Als dat niet het geval is, is jouw recht op een eerlijk proces niet gevrijwaard.

Dat mag dan allemaal heel evident klinken, in Nederland worden de laatste tijd ook tolken zonder tolkopleiding en met een te laag taalniveau (B2) ingeschakeld, zo blijkt. Deze praktijk brengt het recht op een eerlijk proces in het gedrang, om niet te zeggen dat hij de rechtstaat uitholt.

Het is dan ook logisch dat veel tolken in Nederland die voor de rechtbank werken niet akkoord kunnen gaan met deze praktijk. Ze voelen zich immers medeverantwoordelijk voor de goede werking van de rechtstaat. Daarover en over de positie van de gerechtstolk in het algemeen willen ze graag een gesprek met de nieuwe minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz. 

 

Gerechtstolken op C1-niveau vervullen een onmisbare functie in een moderne rechtstaat. Daar horen passende arbeidsomstandigheden en -voorwaarden bij, een passende verloning en een sluitende bescherming van hun anonimiteit en veiligheid in gevoelige politiedossiers.

Geen hoogopgeleide tolk beschikbaar?

Daarnaast willen de tolken dat de minister het huidige bemiddelingsstelsel terugdraait en onmiddellijk een onafhankelijke monitoring van de bemiddeling instelt. De Nederlandse justitie doet voor de inzet van tolken een beroep op bemiddelingsbureaus. Die zouden de tolken niet op kwaliteit selecteren, maar op tarief. Het gevolg is dat veel ervaren tolken steeds minder worden ingezet, terwijl deze wel beschikbaar zijn. De bemiddelaars geven naar verluidt bij de minister aan “dat er geen C1-tolk beschikbaar was” en mogen dan uitwijken naar B2-tolken en tolken op een noodlijst.

Staking op komst

De Orde van Registertolken en -vertalers (ORT&V, opgericht in december 2020 met intussen een 600-tal leden) laat momenteel een petitie circuleren tegen het beleid van het ministerie van Justitie en Veiligheid en kondigt een actieweek met staking aan. De Orde roept op om tijdens de actieweek, van 14 tot 21 februari, alle tolk- en vertaaldiensten van alle overheidsinstanties te weigeren, ook als deze via bemiddelingsbureaus worden aangeboden. Om de actieweek goed zichtbaar te maken is een demonstratie gepland op 14 februari in Den Haag.


Worstelen met richtlijn 2010/64

Het recht op kwaliteitsvolle tolkbijstand in de rechtbank is in tal van verdragen, handvesten en richtlijnen vastgelegd. Op Europees niveau regelt EU-richtlijn 2010/64 onder meer een aantal minimumgaranties voor de objectiviteit en de kwaliteit van de gerechtstolk in strafzaken. Het zijn deze minimumgaranties die nu in Nederland in het gedrang zijn, wat het recht op een eerlijk proces uitholt.

De situatie in Nederland is niet uniek. Ook andere EU-lidstaten worstelen nog met de goede omzetting van de EU-richtlijn in nationale wetgeving en de toepassing ervan.

Hoog tijd voor meer middelen

Het is tijd voor de Europese Unie voor een grondige evaluatie van de impact van deze belangrijke richtlijn. Tijd ook voor de gerechtstolken om meer met één stem te spreken en zich ook op Europees niveau te verenigen. Tijd om de opleiding, de evaluatie en de certificatie van gerechtstolken (en -vertalers uiteraard ook) op Europees niveau verder te harmoniseren. Tijd voor een Europees kwaliteitslabel?

Tien jaar geleden was in een op de tien strafprocedures binnen de EU de verdachte of beklaagde een onderdaan van een andere EU-lidstaat. De behoefte aan gerechtelijke taalbijstand kan het afgelopen decennium alleen maar toegenomen zijn, de verwachting is dat deze behoefte nog fors zal toenemen.

Hoog tijd dus vooral ook voor meer middelen ... zodat de kwaliteit en de integriteit van de tolken - en daarmee ook het recht op toegang tot de rechter zonder onderscheid van taal - gewaarborgd blijft.

Tolken ... en vertalers

O ja, waar in dit artikel tolk staat, moet je ook vertaler lezen. De hele toestand geldt ook voor de gerechtsvertalers. Alleen voor de prettige leesbaarheid hebben we niet overal telkens "gerechtstolk en/of -vertaler" geschreven.


De petitie van de Orde van Registertolken en -vertalers staat hier. Ze staat ook open voor advocaten, rechters, rechercheurs, politici en verder iedereen die zich zorgen maakt over de ontwikkelingen en vindt dat het tij moet keren.

 

(Auteur: Dries Debackere)

 

We respecteren je privacy.
Door op deze website te surfen aanvaard je functionele en analytische cookies, bedoeld om de site goed te laten werken. Hier geen trackingcookies.