Wat gebeurt er als ik me bij elke vertaling wat meer vrijheid permitteer? Tot waar ben ik vertaler? En vanaf waar word ik de auteur van een nieuw origineel werk?
Dat is wat masterstudente in het vertalen Lente Wustenberghs dit voorjaar in het kader van haar stage bij De Taalsector wilde ontdekken.
En ook: tot waar reikt mijn comfortzone? Waar is voor mij de grens? Tot waar ben ik op mijn gemak als vertaler en vanaf waar krijg ik stress van het auteurschap? Nog anders gezegd: hoeveel vertaler zit er in mij? En hoeveel auteur of copywriter?
Corona of niet, wij lokten de “brave”, getrouw vertalende Lente bij elke nieuwe vertaling wat verder uit haar kot en moedigden haar aan om telkens wat “stouter”, vrijer te vertalen, ook eens te durven hertalen en een soms zo goed als nieuw origineel werk te creëren. Tot de vertaler in haar het niet meer leuk vond. Daar moesten we dan stoppen. Ja, vertalen of schrijven, het is echt een andere stiel.
Spannende workshop
En omdat er wel meer vertalers worstelen met de vraag waar het vertalen stopt en het creëren van een nieuw origineel begint, zette Lente een workshop op “Zit er een vertaler in jou? Of is het een auteur of een copywriter?”
In die zeer interactieve online workshop op 24 juni 2020 gingen de deelnemers aan de slag met drie korte Franse bronteksten: een journalistieke, een literaire en een marketingtekst. Rond elke tekst had Lente een use case gebouwd: wie is de opdrachtgever, wat verwacht de opdrachtgever, voor wie is de tekst bestemd, welk effect beoogt de tekst te sorteren enz.
En wat bleek al snel? De ene deelnemer maakte een "brave" (getrouwe) vertaling die zo dicht en respectvol mogelijk bij de brontekst bleef, de andere een "stoute" (vrijere) vertaling die helemaal op de maximale impact, de beoogde actie of emotionele respons bij de lezer gericht was.
Vervolgens gingen de deelnemers in dialoog over wat er met je gebeurt als je de klassieke vertaalopvattingen wat loslaat en steeds meer de auteur van een nieuw origineel werk wordt. Waarom zou je dat doen? Hoe gaat dat? En vooral ook: hoe voel je je daarbij?
De workshop was een mix van doen (vertalen) en reflectie met de andere deelnemers. Het doel was niet de beste vertaling te kiezen, maar de grenzen van je comfortzone als vertaler, auteur of copywriter af te tasten.
Dit is haar reflectie over een spannende workshop die we zeker gaan herhalen.
Gent, 26 juni 2020 – Lente Wustenberghs - “Ik ben dan nu wel afgestudeerd als vertaler, ik besef dat ik straks meer nog dan mijn vertaaltalent vooral mijn schrijftalent zal moeten ontplooien.”
De confrontatie tijdens de workshop met andere, “stoute” vertalingen van de hand van een copywriter of zelfs een tolk, doet me beseffen hoe zeer ik als pas afgestudeerd vertaler nog “volgens het boekje” vertaal, zo getrouw mogelijk, beetje braaf, niet te veel vrijheid nemen, niet te creatief uit de hoek willen komen.
Nu besef ik dat ik me wat meer vrijheid mag nemen, dat ik als vertaler ook een beetje auteur mag zijn. Niet altijd en overal natuurlijk, het moet gepast zijn, u begrijpt wel wat ik bedoel.
De brave vertaler en de stoute copywriter
En, misschien nog belangrijker, ik besef nu ook dat ik daar geen schrijfstress van hoef te krijgen, integendeel, ik voel dat de extra vrijheid die ik me mag permitteren, me ook extra vertaalplezier verschaft. Die extra vrijheid laat naar mijn gevoel meer creativiteit toe, en dat is toch ook wat je als vertaler in je werk wil kunnen leggen, waar je plezier en voldoening aan beleeft.
In de workshop contrasteerde mijn eigen getrouwe vertaalwerk en dat van de collega’s pas afgestudeerde vertalers met het vrije werk van de copywriter. Interessant was dat ook de jonge tolk in het gezelschap zich veel meer vertaal- en schrijfvrijheid veroorloofde dan de jonge vertalers. “Wij zijn erop getraind om te interpreteren wát er gezegd wordt. Bij tolkwerk ligt de focus heel sterk op de inhoud, veel minder op de woordelijke vorm.”
De afbeelding laat zien waar twee pas afgestudeerde vertalers, een jonge tolk en een ervaren copywriter zich voor en na de workshop plaatsten op de “vertaalschaal”, een dimensie met twee uitersten: de brave vertaler en de stoute copywriter. Een beetje gechargeerd natuurlijk, maar iedereen begrijpt wel waar het om gaat.
Ik vond het echt een eyeopener om te zien hoe een ervaren copywriter dezelfde brontekst (in dit geval uit een toeristische brochure van de stad Luik) heel anders aanpakt dan dat we dat op de vertaalschoolbanken geleerd hebben. Zijn vertaling was zo weinig vertaling dat ik niet zeker ben of hij zou slagen voor het vertaalexamen. Hij gooide de brontekst helemaal om in functie van de beoogde lezer, maakte van een redelijk neutraal beschrijvende tekst een spannend verhaal. Moeilijk te zeggen of we nog van een vertaling konden spreken, maar de tekst was als marketingtekst veel beter dan het origineel.
Het contrast deed me nadenken over hoe “braaf” veel jonge vertalers in de vertaalrol blijven hangen en hoe weinig auteurschap ze durven te claimen.
Onder de indruk
Nog minder auteur waren de deelnemers – weer met de copywriter als uitzondering - bij het vertalen van de literaire tekst Il pleure dans mon coeur van Paul Verlaine. De verklaring? “Het is uit respect voor de grote dichter en omdat we niet zeker zijn dat we zijn gedicht echt goed begrijpen dat we zo dicht mogelijk bij zijn origineel proberen te blijven. Wij moeten niet de pretentie hebben dat we van een gedicht van de grote Verlaine iets nieuws of beters kunnen creëren.” De copywriter in het gezelschap was duidelijk minder onder de indruk van de grote Verlaine.
Joepie
Bij de journalistieke tekst, een vertaalopdracht voor tienerblad Joepie, voelden de jonge vertalers zich dan weer comfortabeler dan de wat oudere copywriter. Ze lieten de vertaalrol gemakkelijker los en claimden meer auteurschap dan dat ze dat bij de twee andere tekstsoorten hadden gedaan. Dat vond ik een fijne vaststelling. Ze waren ook, anders dan de copywriter, niet gegeneerd om hun vertaling behalve met de grove taal uit het Franse origineel ook met wat extra Engelse termen te kruiden.
Leve de vrijheid
Tijdens het slotdebat gaven de jonge vertalers aan dat ze in de workshop, door elkaars vertalingen te vergelijken en erover van gedachten te wisselen toch gaandeweg wat meer auteur waren geworden. De jonge tolk realiseerde zich dat ze in haar tolkwerk veel meer auteur is dan in haar vertaalwerk. Tot haar eigen verrassing. Dat was interessant.
Ook gaven de jonge vertalers aan dat ze de ambitie hebben om met meer auteurschap te gaan vertalen. De vrijheid lonkt!
Persoonlijk vind ik dat ook om een andere reden heel belangrijk. Want moeten we intussen ook niet aanvaarden dat de vertaalmachines vooral het werk van de “brave” vertaler aan het overnemen zijn? En dat zij veel moeilijker het werk van de vertaler-auteur zullen overnemen. Een vertaalmachine die een tekst omgooit om er meer wervend effect mee te sorteren bij de lezer, dat is nog niet voor morgen.
Vertaal- én schrijftalent ontplooien
En dus komt bij mij ook de vraag naar boven: moeten vertaalopleidingen studenten ook niet wat meer aanmoedigen om met meer auteurschap te vertalen? Is het niet net met dat “vrije”, “creatieve”, “stoute” auteurschap dat de menselijke vertaler zich ook morgen en overmorgen van de vertaalmachines zal kunnen onderscheiden? Vertaalopleidingen moeten niet alleen ons vertaaltalent maar veel meer ook ons creatief schrijftalent ontwikkelen.
Wat denkt u ervan, beste taalprofessional?
Hoeveel vertaler zit er in u? Hoeveel auteur? Hoeveel copywriter? En wat zou u de vertaalopleidingen durven te adviseren?
Plaats uw reactie hieronder of geef uw mening op Twitter met de hashtag #vertaalopleiding.