Gezocht: vrijwilligers om unieke historische documenten te transcriberen
De taalsector is de branche van iedereen die met "taalwerk" zijn brood verdient: taalprofessionals, taalondernemingen en allerlei organisaties die professioneel met taal bezig zijn.
Maar daarnaast zijn er in de taalsector ook heel veel vrijwilligers actief. Alleen al in Nederland zijn tienduizenden mensen enkele uren per week als vrijwilliger betrokken bij het helpen van anderen met leren lezen en schrijven, of met het leren van Nederlands als tweede taal. Een ander voorbeeld is dat familieleden (soms kinderen) worden ingeschakeld als tolk of vertaler. Uit de taalsectorstudie die de Taalunie vorig jaar liet uitvoeren, blijkt verder ook dat tien procent van de taalprofessionals naast het broodwerk ook nog taalwerkzaamheden als vrijwilliger uitvoert.
Naast alfabetiserings- en NT2-werk, vertalen en tolken dragen vrijwilligers in de taalsector ook graag bij aan taalwetenschappelijk onderzoek, zo blijkt. Dat doen ze bijvoorbeeld door oude handgeschreven brieven, dagboeken, reisjournaals enz. uit te typen en zo digitaal beschikbaar te helpen maken voor onderzoek. Dat is waardevol vrijwilligerswerk, want zulke unieke bronnen geven vaak een nieuwe inkijk in het alledaags leven en taalgebruik in het verleden.
Aan verschillende Vlaamse en Nederlandse universiteiten lopen grote transcriptieprojecten, waaraan een leger vrijwilligers vaak erg gepassioneerd meewerkt. Wikiscripta Neerlandica II is zo"n ambitieus transcriptieproject. En ze rekruteren momenteel nog vrijwilligers!