Erg negatieve audit legt oorzaken wachtlijsten voor Nederlandse les bloot
Vlaanderen verlangt van steeds meer anderstalige volwassenen dat ze Nederlands leren. De anderstalige wordt op min of meer kordate of zelfs dwingende wijze naar een geschikt geachte NT2-opleiding (Nederlands als tweede taal of Nederlands voor anderstaligen) toegeleid. Leerbereidheid is het minste wat Vlaanderen verwacht. Dan is het natuurlijk sneu dat al die enthousiaste anderstaligen die wel willen leren, niet kunnen leren omdat er onvoldoende opleidingen aangeboden worden en de wachtlijsten onredelijk lang zijn. Hoe kan dat nu? Er zijn ondertussen toch voldoende middelen voorzien?
Een audit door de onderwijsadministratie en -inspectie legt de mechanismen bloot die de wachtlijsten in stand houden. De teneur van de audit is erg negatief. Een verhaal van moedwillig ongebruikte middelen, foutieve registratie van kandidaat-cursisten, misplaatste territoriumdrang, ondoorzichtig gegevensbeheer, gebrekkige informatiedoorstroming, geen gevoel voor urgentie, inefficiënte organisatie, verkeerde beleidskeuzes, bovenstructuren zonder meerwaarde, enz.
In markttermen is het NT2-marktsegment voor basis- en volwasseneneducatie ongeveer 12,5 miljoen (subsidieerbare!) cursistenuren waard. Het gaat dus om een belangrijk segment van de taalsector. En om veel geld. Daarnaast liggen de wachtlijsten uiteraard ook politiek en maatschappelijk gevoelig.
De audit legt de mechanismen en de oorzaken van de wachtlijsten bloot maar doet geen aanbevelingen. Als de geauditeerde opleidingscentra niets hebben geleerd uit deze audit, dan is het gemakkelijk te voorspellen waar de wachtlijsten straks bij het begin van het nieuwe schooljaar zullen opduiken.
Zullen er straks opnieuw wachtlijsten zijn? Bij welke instellingen? Hoe lang zullen ze zijn? En hoe geloofwaardig zullen de cijfers zijn?