Hoe tolkt de tolk?
Welke strategieën hanteert een tolk wanneer hij/zij deze bijzonder complexe taak vervult? Hoe gaat de tolk bijvoorbeeld om met verschillen in woordorde tussen bron- en doeltaal, of met culturele verschillen tussen de beide talen? Welke delen van de brontekst vindt een tolk overbodig? Welke informatie moet volgens de tolk worden toegevoegd? Hoe zorgt de tolk voor cohesie in de doeltekst? Hoe gaat hij/zij om met slechte sprekers? Welke strategieën gebruikt een tolk wanneer hij/zij de vertaling van een woord of een uitdrukking niet onmiddellijk vindt? Gaat de tolk mee in de intonatie en het ritme van de spreker?