Taalrechten in strafzaken: Hof van Justitie neemt gas terugU wordt veroordeeld in een strafzaak ergens in de EU. Volkomen ten onrechte, zo vindt u, en u wilt beroep instellen. Vindt u dat dat moet kunnen in een andere taal dan de taal van de procedure (die u niet beheerst)? In uw eigen taal bijvoorbeeld?


Het Hof van Justitie van de Europese Unie ziet de Europese vertaalrichtlijn 2010/64 over het recht op vertaling en tolkbijstand in strafzaken niet in de weg staan aan een regeling waarbij de bestemmeling van een strafbeschikking geen schriftelijk verzet kan instellen in een andere taal dan de taal van de procedure. Het Hof laat het recht op vertaling slechts gelden voor essentiële processtukken.

"Teleurstellend," zegt Isabelle Bambust, onderzoeker-assistent aan de rechtsfaculteit van de Universiteit Gent in een artikel in De Juristenkrant over het recente arrest van het Hof van Justitie in de zaak Covaci. "Het Hof lijkt gas terug te nemen over de toekenning van taalrechten," aldus Isabelle Bambust.

Arrest versus conclusie
Anders dan het Hof in zijn arrest, aanvaardde advocaat-generaal Bot in zijn conclusie juist wél dat een strafrechtelijk veroordeelde die de taal van de procedure niet beheerst, een beroep in zijn eigen taal moet kunnen instellen. De bevoegde rechter heeft dan de taak om de vertaling van het beroep in de proceduretaal te verzekeren. Het Hof interpreteert de taalrechten volgens richtlijn 2010/64 dus niet zo ruim als zijn advocaat-generaal.

Vraagtekens
Isabelle Bambust plaatst vraagtekens bij dit arrest. Los van het feit dat het arrest krom geformuleerd is en dat het Hof warm en koud blaast over het beginsel van het recht op vertaling gelden er volgens dit arrest blijkbaar andere taalrechten naargelang het beroep mondeling of schriftelijk wordt ingesteld. Concreet aanvaardt het Hof het vertaalrecht over een akte van verzet slechts wanneer de nationale rechter de akte als een essentieel processtuk ziet. Dat is wel een vreemde voorwaarde, vindt Isabelle Bambust: "Wat kan de schriftelijke uitoefening van een aangeboden verweer anders zijn dan een essentieel processtuk?"

‘Het afwijkende standpunt van het Hof zorgt voor spanning en dynamiek in het taaldebat,’ aldus nog Isabelle Bambust in De Juristenkrant.


Referentie: I. Bambust, “Taalrechten in strafzaken: Hof van Justitie neemt gas terug”, De Juristenkrant 2015, nr. 316, 7.

Richtlijn 2010/64: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32010L0064&rid=1

Conclusie advocaat-generaal: http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?docid=164146&doclang=nl

Arrest Hof van Justitie: http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?docid=169826&doclang=nl


Meer info: www.juristenkrant.be