Inclusieve taal. Iedereen heeft er intussen verstand van, of toch minstens een mening. Als taalprofessional heb je het technisch allemaal goed onder de knie in de talen waarmee je werkt. Dat is niet het probleem.
In de praktijk is er ook nog ... de klant. Dat kan de eindklant zijn, dat kan een intermediair zijn. En dan is er ook nog de beoogde lezer van je tekst, al dan niet in een of meer vertalingen.
Wat jij als professional nodig vindt, spoort niet altijd met wat de klant, de eindklant, de intermediair of de beoogde lezer van je tekst verwachten. De meningen kunnen zeer sterk uiteenlopen en de emoties kunnen hoog oplopen. Voor sommigen gaat het allemaal nog niet ver genoeg, voor anderen is het pure woke-waanzin.
Als taalprofessional kom je dan gemakkelijk in woelig water; je wil de beste tekst schrijven voor de beoogde doelgroep, je wil een kwaliteitsvolle relatie met je klant, en je hebt ongetwijfeld ook je eigen persoonlijke visie op inclusief taalgebruik.
Over die verschillen in de praktijk en hoe je daarover praat zonder brokken te maken, daarover gaat de workshop "Inclusieve taal en de klant" op donderdag 29 september van 12.00 tot 13.00 uur online.
Inhoud en doelstelling
In deze interactieve workshop leer je aan de hand van een aantal concrete cases uit de realiteit, voorgesteld door leden van De Taalsector (met dank aan Samira Hamdaoui, Hilde Berckmoes), hoe je (de implicaties van) inclusieve taal ter sprake kunt brengen en hoe je dat met respect voor elkaars visies kunt doen. Je gaat naar huis met een uitgebreider en effectiever vocabulaire om te praten over inclusieve taal met de klant en met een karrenvracht praktische tips. Altijd met de klant centraal en de beste taaldienst voor ogen.
Deze workshop wordt begeleid door Samira Hamdaoui en Dries Debackere.
De vragen die worden besproken:
Ben je je om te beginnen goed bewust van je eigen overtuigingen rond inclusiviteit en inclusieve taal?
Wat als je klant aangeeft dat hijzelf wel voor inclusieve taal is, maar dat zijn klanten er nog niet klaar voor zijn?
Wat als je Franse vertaalster liever geen inclusieve spelling hanteert, omdat ze het esthetisch allemaal erg lelijk vindt en de beslissing liever aan jou laat?
Wat als je een allesbehalve inclusieve brontekst op je bord krijgt en de klant het allemaal maar flauwekul vindt, terwijl jij weet dat de beoogde lezers dat niet leuk gaan vinden?
Hoe ver ga jij in het "stiekem" aanpassen van teksten? En vanaf welk punt vind je dat er gesprek met de klant moet zijn? En praat je daar dan over voordat je een opdracht aanneemt of pas bij de oplevering van de tekst?
En vooral: hoe praat je daarover met klanten en intermediairs? Wat werkt er in de praktijk? En wat niet?
Voor wie?
Deze workshop is bestemd voor actieve en aankomende taalprofessionals. We gaan ervan uit dat je al bekend bent met inclusieve taal. Je hebt er al over gelezen (dit boek van ons lid Vivien Waszink, of dit boek van Hanan Challouki), of je hebt al een opleiding bijgewoond zoals deze met Stefan Twigt of deze met Anne-Sophie De Clercq, of je nam deel aan De Boekenspoiler over het boek "Dat mag je óók (al niet meer) zeggen" met Vivien Waszink op 20 september bij De Taalsector.
De workshop is ook geschikt voor (ver)taalcoördinatoren en projectmanagers bij intermediairen en voor inkopers van taaldiensten in grote organisaties die graag op niveau willen meepraten over inclusieve taal en wat er allemaal bij komt kijken.
Aanmelden
Datum: donderdag 29 september 2022 van 12.00 tot 13.00 uur online
Deelnemen aan deze workshop is gratis voor leden van De Taalsector. Niet-leden betalen 40 euro (excl. btw). Beslis je binnen 14 dagen na deze workshop om lid te worden van De Taalsector, dan trekken we de prijs voor deze workshop integraal af van de lidmaatschapsbijdrage.
Aanmelden is verplicht via dit formulier (Microsoft Forms). Je ontvangt een bevestigingsmail en de dag voor de lunchsessie ontvang je een mail met de link naar de meeting in Microsoft Teams.
Contact
Een vraag? Feedback? Laat gerust van je horen via