'Wereldautoriteiten in academische taalattestering' vinden portfoliotest goed
Het Vlaams Parlement keurde in de zomer van 2012 een decreet goed om het gebruik van andere talen in het hoger onderwijs te versoepelen. De universiteiten en hogescholen waren al lang vragende partij om meer in het Engels te kunnen doceren. In Nederlandstalige masters mag nu de helft in het Engels gedoceerd worden.
Om de kwaliteit te bewaken keurde het parlement een amendement op dat decreet goed: wie in een andere taal dan het Nederlands wil (blijven) doceren, moet aantonen dat hij of zij de vreemde taal op niveau C1 (volgens het Europees Referentiekader) beheerst. Hoe? Met een internationaal aanvaarde taaltest. Dat schoot bij veel academici in het verkeerde keelgat.
Even kwam de internationaal zeer aanvaarde IELTS-test (International English Language Testing System) van de British Council in beeld, want de portfoliotest van de KU Leuven en de interuniversitaire test voor academisch Engels konden niet op internationale erkenning bogen. Dat laatste hebben de universiteiten en hogescholen nu echter geregeld.
"Drie wereldautoriteiten op het vlak van academische taalattestering hebben tijdens een visitatie de Leuvense methode grondig gewikt en gewogen – en goed bevonden," zegt de Leuvense vicerector Didier Pollefeyt in een persbericht, waarin de KU Leuven niet nalaat de taalattestering die het Vlaams Parlement verlangt van wie in een vreemde taal doceert "een ongelukkig verhaal van administratieve overheidsinmenging" te noemen.