Deze week (van 7 tot 14 september) is het wereldwijd de week van de geletterdheid. Volgens de UNESCO zijn bijna 800 miljoen volwassenen onvoldoende geletterd om normaal te kunnen functioneren in deze moderne wereld. De Centra voor Basiseducatie (CBE), die het verhogen van de geletterdheid van de Vlaamse bevolking tot kerntaak hebben, deelden vrijdag bij de start op verschillende plaatsen gratis soep met lettertjes uit. Op andere plaatsen werden er letterkoekjes uitgedeeld. Een op de zeven Vlamingen is laaggeletterd.
Een op de zeven volwassen Vlamingen is laaggeletterd. Dat aantal is al vijftien jaar onveranderd. Dat komt omdat de geletterdheid van de Vlaming al vijftien jaar niet meer is gemeten.
Die "een op de zeven" is afgeleid uit een IALS-onderzoek (International Adult Literacy Survey) uit 1997, waarin 2261 Vlamingen waren geïncludeerd. Waar staan we vandaag? Een op de acht? Een op de negen? Of een op de zes? We weten het niet. En we weten ook niet of dankzij het Vlaamse geletterdheidsbeleid van de voorbije jaren meetbare vooruitgang is geboekt, want er wordt niet gemeten. Waar staan we dan eigenlijk?
Nieuw onderzoek
Pas volgend jaar worden in het kader van het PIAAC-onderzoek (Programme for the International Assessment of Adult Competencies) nieuwe cijfers opgeleverd. PIAAC is een grootschalig internationaal onderzoek naar geletterdheid. Het Vlaamse deel van het onderzoek wordt door de Universiteit Gent uitgevoerd, in opdracht van de Vlaamse overheid.
Vijftien jaar geleden peilde het IALS-onderzoek naar taal- en rekenvaardigheid, meer precies naar wat in het toenmalige onderzoek proza-, document- en kwantitatieve geletterdheid heette. Het nieuwe PIAAC-onderzoek peilt niet alleen naar taal- en rekenvaardigheid maar ook naar de nieuwe digitale vaardigheid: de capaciteit om mee te draaien in een technologierijke omgeving en op de arbeidsmarkt. De nieuwe PIAAC-cijfers zullen slechts ten dele vergeleken kunnen worden met de IALS-cijfers van 1997; het begrip geletterdheid is immers geëvolueerd. Van analfabetisme - niet kunnen lezen en niet kunnen schrijven - is al helemaal geen sprake meer, maar dat begrip was vijftien jaar geleden ook al passé.
Geletterd?
Het IALS-onderzoek onderscheidde zoals gezegd prozageletterdheid, documentgeletterdheid en kwantitatieve geletterdheid. Prozageletterdheid is de vaardigheid om kranten, tijdschriften, nieuwsberichten, fictie, brochures en ander proza te begrijpen en te gebruiken. Documentgeletterdheid is de vaardigheid om informatie te vinden en te gebruiken in transportschema's, tabellen en sollicitatiebrieven, op kaarten en etiketten, enz. Kwantitatieve geletterdheid is de vaardigheid om bijvoorbeeld een fooi te berekenen, wisselgeld te controleren, een bestelformulier in te vullen en andere rekenkundige bewerkingen uit te voeren.
Gecijferd?
Uit het IALS-onderzoek bleek dat 15 tot 18 procent van de Vlaamse volwassenen onvoldoende taal- en rekenvaardig was (en is) om normaal mee te kunnen functioneren in onze moderne samenleving.
Meer precies zette het onderzoek 18,4 procent van de Vlaamse volwassen bevolking tussen 16 en 65 jaar in het laagste niveau voor prozageletterdheid. 15,3 procent viel in het laagste niveau voor documentgeletterdheid en 16,7 procent kwam in het laagste niveau voor kwantitatieve geletterdheid uit.
De kwantitatieve geletterdheid van schrijver dezes is ook maar beperkt. Met "een op de zeven Vlamingen" komt hij op 14,3 procent uit. En met "een op de zes" op 16,7 procent. Zo gerekend is niet een op de zeven, maar een op de zes Vlamingen laaggeletterd.
Laaggeletterde werklozen
Een van de meest opvallende resultaten uit het IALS-onderzoek was de vaststelling dat veel meer dan in andere landen de Vlaamse werklozen laaggeletterd zijn. In 1997 schreven Dirk Van Damme, Luc Van de Poele en Els Verhasselt (allen UGent) in hun boek "Hoe geletterd/gecijferd is Vlaanderen?": "Deze conclusies verrassen de geïnformeerde observator vanzelfsprekend niet; wat wel verrast is de ernst van het probleem in vergelijking met de andere landen. Zonder specifieke inspanningen inzake scholing en opleiding naar deze risicogroep zal een tewerkstellingsbeleid weinig effect sorteren. De erg lage participatie aan volwasseneneducatie van werklozen doet vermoeden dat uitbreiding van het aanbod niet alleen een uitweg zal bieden, maar dat daarnaast vraagstimulerende maatregelen ten aanzien van deze doelgroep noodzakelijk zullen zijn."
Het Plan
Na een lange voorbereiding keurde de Vlaamse regering in 2005 het Strategisch Plan Geletterdheid Verhogen goed. In het Plan stond dat het geletterdheidsniveau vooral door een grotere deelname van kansengroepen aan geletterdheidsonderwijs of geïntegreerde geletterdheidstraining moest verhogen. Het Plan liep af in 2011.
Uiteraard werd het plan na afloop geëvalueerd. De evaluatie bleef echter beperkt tot een overzicht van wat er gedaan is en hoe dat gedaan is. Of het Plan de geletterdheid van de bevolking effectief verhoogd heeft, is niet gemeten ... en dus niet geweten. Een dergelijke meting zou volgens de evaluatoren ook niet doenbaar zijn geweest. "Om betrouwbare uitspraken (over het effect van het beleid op de geletterdheid van de bevolking) te kunnen doen, dienen we een complex onderzoeksdesign op te zetten met een nulmeting en de monitoring van de vergelijking tussen een experimentele en een controlegroep. Dit veronderstelt een rigoureuze dataverzameling die in de praktijk moeilijk kan worden uitgevoerd. Het is quasi onmogelijk om alle factoren die een mogelijke invloed op de geletterdheid en het maatschappelijk functioneren van de mensen uitoefenen in kaart te brengen, alsook om hun mate van geletterdheid in verschillende maatschappelijke contexten na te gaan. Daarom beperken we deze evaluatie tot de processen en de mate waarin de vooropgestelde doelstellingen werden gerealiseerd."
Verder blijkt uit de evaluatie van het Plan dat doelstellingen en acties niet altijd goed samenhangen. En dat alleen de Vlaamse beleidsdomeinen onderwijs en werk geletterdheidsdoelstellingen in hun beleidsteksten opnemen en er op het terrein iets mee doen. Welzijn en gelijke kansen - om maar twee andere beleidsdomeinen te noemen - leggen in hun beleidsteksten misschien wel hier en daar een link naar geletterdheid - de ene link al implicieter dan de andere - maar verder dan een of twee goedepraktijkvoorbeelden komen de evaluatoren ook niet.
Geïntegreerde geletterdheidstraining
Ook geletterdheidstraining op het werk staat nog in de kinderschoenen. Het aanbieden van in beroepsopleiding geïntegreerde geletterdheidstraining kent nog maar weinig structurele verankering. Toch lijkt het de toekomst: verstrekkers van beroepsopleidingen die de detectie van geletterdheidsrisico inbedden in een positieve aanpak, gericht op slagen in de beoogde beroepsopleiding, en de geletterdheidstraining in het beroepsopleidingstraject integreren. Vandaag zit het aanbod nog in de vorm van (weliswaar succesvol ogende) projecten.
Aanbod uitbreiden alleen helpt niet
De erg lage participatie aan volwasseneneducatie van werklozen deed Dirk Van Damme, Luc Van de Poele en Els Verhasselt in 1997 al zeggen dat een loutere uitbreiding van het aanbod geen oplossing zou bieden. Zij vermoedden dat daarnaast vraagstimulerende maatregelen ten aanzien van deze doelgroep noodzakelijk zouden zijn.
En inderdaad blijkt ondertussen uit cijfers van de Vlaamse overheid dat de deelname van deze doelgroep aan de basiseducatieopleidingen Nederlands als moedertaal en wiskunde nog altijd onder het niveau blijft van de instroom die men op basis van de IALS-cijfers zou mogen verwachten.
Hoewel de middelen om het opleidingsaanbod uit te breiden fors zijn verhoogd, moet men durven vaststellen dat men er niet in slaagt significant meer volk in de klassieke basiseducatieopleidingen te krijgen.
Terugverdieneffect
De evaluatoren van het geletterdheidsbeleid stellen ten slotte dat maatregelen die de geletterdheid van de bevolking doen toenemen een terugverdieneffect hebben langs het verbeteren van de tewerkstelling. Ze argumenteren eveneens dat investeren in geletterdheid ook op het vlak van gezondheid, welzijn, criminaliteit en andere gebieden gunstige effecten heeft. Over al deze gunstige (terugverdien)effecten kunnen de evaluatoren jammer genoeg niets meetbaars zeggen, omdat er niet gemeten wordt. Er is geen betrouwbaar recent cijfermateriaal is. We vallen in herhaling.
Ondertussen bereidt de overheid naar verluidt een nieuw Plan Geletterdheid voor. Ondertussen delen de Centra voor Basiseducatie soep met lettertjes uit.
Lees ook: De maatschappelijke kost van ongeletterdheid
Meer info: www.ond.vlaanderen.be/geletterdheid/
Meer info: www.basiseducatie.be/weekvandegeletterdheid
(dd - 12/9/2012)