Een dicté?
Ja, een dictee in de spelling De Vries en Te Winkel, de spelling die in 1863 speciaal voor het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT, het grootste woordenboek ter wereld) ontworpen werd en daarna in Nederland en Vlaanderen ook als de officiële spelling zou gaan gelden.
Wie was Matthias de Vries ook weer? En wat valt er nog allemaal te beleven in het Matthias de Vriesjaar 2020?
Matthias de Vries (1820 - 1892) wordt algemeen beschouwd als de grondlegger van de Nederlandse taalwetenschap en de aartsvader van de Nederlandse taal- en letterkundige, de neerlandistiek. Hij is de stichter van het WNT en zorgde voor belangrijke tekstedities van Boendales Lekenspiegel en Maerlants Spiegel Historiael.
Matthias de Vriesjaar
Om zijn tweehonderdste geboortejaar te vieren lanceert het Instituut voor de Nederlandse Taal (INT, Leiden) in samenwerking met de Leidse Universiteit en de stad Leiden verschillende publicaties en evenementen: een dictee in de spelling De Vries en Te Winkel, een wetenschappelijk symposium over Matthias de Vries en de lexicografie in het algemeen op 5 november 2020, en de presentatie van een nieuw boek over de geschiedenis van het INT van de hand van voormalig INL-directeur Piet van Sterkenburg en huidig directeur Frieda Steurs (ook op 5 november). In het boek komen De Vries en zijn taalkundige nalatenschap uitgebreid aan bod.
Groot Dicté der Nederlandsche Taal
Het Dicté vindt plaats in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) in Gent, maar vanwege beperkte ruimte in de zaal (maximaal 25 deelnemers) kan iedereen ook online deelnemen en het evenement volgen via een livestream. De tekst van het Dicté is geschreven door Kristien Hemmerechts en wordt door haar voorgelezen.
Alle praktische informatie én oefenmateriaal is te vinden op de website van het INT.
Eerder dit jaar was er al een kranslegging aan het graf van De Vries, een boeiende online lezing over zijn leven en werk door Piet van Sterkenburg, en een Matthias de Vriesquiz (op neerlandistiek.nl).
Lees meer over het Matthias de Vriesjaar op de website van het INT.
(Afbeelding: Universiteit Leiden)