Wikiscripta Neerlandica II

De taalsector is de branche van iedereen die met "taalwerk" zijn brood verdient: taalprofessionals, taalondernemingen en allerlei organisaties die professioneel met taal bezig zijn.

Maar daarnaast zijn er in de taalsector ook heel veel vrijwilligers actief. Alleen al in Nederland zijn tienduizenden mensen enkele uren per week als vrijwilliger betrokken bij het helpen van anderen met leren lezen en schrijven, of met het leren van Nederlands als tweede taal. Een ander voorbeeld is dat familieleden (soms kinderen) worden ingeschakeld als tolk of vertaler. Uit de taalsectorstudie die de Taalunie vorig jaar liet uitvoeren, blijkt verder ook dat tien procent van de taalprofessionals naast het broodwerk ook nog taalwerkzaamheden als vrijwilliger uitvoert.

Naast alfabetiserings- en NT2-werk, vertalen en tolken dragen vrijwilligers in de taalsector ook graag bij aan taalwetenschappelijk onderzoek, zo blijkt. Dat doen ze bijvoorbeeld door oude handgeschreven brieven, dagboeken, reisjournaals enz. uit te typen en zo digitaal beschikbaar te helpen maken voor onderzoek. Dat is waardevol vrijwilligerswerk, want zulke unieke bronnen geven vaak een nieuwe inkijk in het alledaags leven en taalgebruik in het verleden.

Aan verschillende Vlaamse en Nederlandse universiteiten lopen grote transcriptieprojecten, waaraan een leger vrijwilligers vaak erg gepassioneerd meewerkt. Wikiscripta Neerlandica II is zo"n ambitieus transcriptieproject. En ze rekruteren momenteel nog vrijwilligers!

 

Leven en alledaags taalgebruik in de 18de en 19de eeuw

Het transcriptieproject Wikiscripta Neerlandica II focust net op het transcriberen van het soort bronnen dat nu nog in te beperkte mate beschikbaar is voor taalhistorisch en ander onderzoek: egodocumenten zoals brieven, dagboeken, reisjournaals, armenbrieven en andere minder formele en minder gestileerde tekstsoorten die net kunnen helpen om het beeld van het Nederlands (en het leven) in de 18de en 19de eeuw bij te stellen.

Het project is een samenwerking tussen de Vrije Universiteit Brussel en Universiteit Leiden en wordt financieel gesteund door het ANV, het Algemeen Nederlands Verbond, een culturele middenveldorganisatie die de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen wil bevorderen.

Wikiscripta Neerlandica II is een doorstart van "Brieven als Buit", een project dat een collectie van 38.000 buitgemaakte zeebrieven van mannen, vrouwen en zelfs kinderen toegankelijk maakte. De brieven, die afkomstig waren uit schepen op de grote vaart die door Engelse kapers werden buitgemaakt, lagen al eeuwen in Britse archieven opgeslagen.


Staaltje burgerwetenschap

In "Brieven als Buit" maakten meer dan vijftig vrijwilligers transcripties van (foto's van) de buitgemaakte zeebrieven. Die zitten nu allemaal in een elektronisch corpus, samen met een hoop metadata zoals de afzender of de geadresseerde van een brief.

Dat corpus is via onderstaande website vrij doorzoekbaar voor iedereen die geïnteresseerd is. Dat klinkt moeilijk, maar is het niet. Weet je niet hoe het woord kapitein in de 18de eeuw werd gespeld? Geen nood, je kunt in het corpus op het hedendaagse lemma kapitein zoeken en toch alle vindplaatsen van het woord kapitein vinden in alle oude spellingvarianten van het woord (en dat blijken er meer dan honderd te zijn). Met dank aan het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL, nu het Instituut voor de Nederlandse Taal), dat het corpus taalkundig heeft verrijkt en van uitgebreide zoekmogelijkheden voorzien.

De buitgemaakte brieven zijn dus nu voor iedereen toegankelijk met foto’s, transcripties en metadata. Een goudmijn voor taalkundigen, historici en andere geïnteresseerden. Brieven als buit won in 2014 een LIA (Language Industry Award) in de categorie "Beste website in de taalsector 2013". Met dank aan het INL, én aan de vrijwilligers die een sterk staaltje burgerwetenschap afleverden.


Vrijwilligers gezocht!

Het transcriptieproject Wikiscripta Neerlandica II rekruteert momenteel vrijwilligers om te helpen bij de transcriptie van handgeschreven egodocumenten.

Voor de geïnteresseerde vrijwilliger is zo"n project een unieke kans om eigenhandig de geschiedenis in te duiken en het leven van gewone mensen uit de 18de of 19de eeuw te ontdekken.

Sociolinguïst Rik Vosters van de Vrije Universiteit Brussel: "De ervaring uit het eerste Wikiscripta-project leert dat veel vrijwilligers erg gepassioneerd en met veel inzet meewerken, eenmaal ze zich wat met het materiaal vertrouwd hebben gemaakt. Bovendien bieden we op termijn ook trainingen, workshops, lezingen en andere activiteiten voor de geïnteresseerde vrijwilligers aan, en houden we hen op de hoogte met een regelmatige nieuwsbrief, waarin bijvoorbeeld ook voorbeeldbrieven of eerste onderzoeksresultaten besproken worden. Om dit project mogelijk te maken, zoeken we echter nog meer vrijwilligers."


Meewerken als vrijwilliger? Dat kan!

Prof. dr. Rik Vosters: "Voorkennis of ervaring met historische documenten zijn niet vereist, maar een oog voor detail en enige interesse in geschiedenis en taal is wel aan te raden. Er worden geen quota of deadlines opgelegd — alle hulp is meer dan welkom! Vrijwilligers kunnen zich aanmelden op het interactieve webplatform wikiscripta-neerlandica.eu, waar ze ook direct aan de slag kunnen gaan. Hier kan je je bovendien inschrijven voor onze nieuwsbrief. Er is eveneens een tutorial en een document met meer uitleg voorzien ter ondersteuning."


Lees ook: Unieke schat aan gekaapte brieven online doorzoekbaar


Meer info bij Heleen Willemsen, die als student-assistent het transcriptieproject begeleidt (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)

Aanmelden voor de nieuwsbrief kan hier.


Meer info: www.wikiscripta-neerlandica.eu

Meer info: www.brievenalsbuit.nl

Meer info: http://www.languageindustryawards.eu/2016/brievenalsbuit-inl-nl/

 

We respecteren je privacy.
Door op deze website te surfen aanvaard je functionele en analytische cookies, bedoeld om de site goed te laten werken. Hier geen trackingcookies.