Taaltelefoon met opdoeken bedreigdDe Taaltelefoon ligt op het hakblok. In dit opiniestuk betoogt taalexpert Miet Ooms dat het privatiseren van de Taaltelefoon geen goed idee is; het zou niets besparen, want de Vlaamse overheid is decretaal verplicht een taaladviesdienst voor de burger te financieren.
Bovendien zou het jaren duren voordat een privépartner op het huidige niveau van expertise en vertrouwen kan komen. De gewone taalgebruiker noch de taalprofessional zit hierop te wachten.

Vorig jaar nog vierde de Taaltelefoon haar vijftiende verjaardag, nu is het voortbestaan van de dienst heel onzeker. De dienst dreigt het slachtoffer te worden van een besparingsronde bij het Departement Kanselarij en Bestuur van de Vlaamse overheid.



In 1998 beslist de Vlaamse overheid bij decreet dat er een Dienst voor Taaladvies moest komen voor de burger. In 1999 werd hiervoor de Taaltelefoon opgericht. Sindsdien kan iedereen, ongeacht leeftijd, beroep, opleiding of wat dan ook, er terecht met zijn of haar taalvraag. En daar werd en wordt vanaf de eerste dag al druk gebruik van gemaakt. De medewerkers van de Taaltelefoon hebben in die vijftien jaar dan ook een enorme expertise opgebouwd in het geven van taaladvies aan de gewone taalgebruiker.

De Taaltelefoon is bijzonder toegankelijk. De taaladviseurs krijgen dan ook vragen uit alle lagen van de bevolking. Maar ook voor de mensen die zelf professioneel met taal bezig zijn is de Taaltelefoon een onmisbare dienst. Zelfs de meest doorgewinterde vertaler, schrijver of journalist twijfelt wel eens en heeft niet altijd de tijd of het naslagwerk bij de hand om het uit te zoeken. Een telefoontje, een mailtje of een facebookbericht aan de Taaltelefoon, en je krijgt het antwoord dat je nodig hebt. En je weet dat het betrouwbaar is, want het komt van een expert. Dankzij de Taaltelefoon zijn taalprofessionals nog beter in staat degelijke en correcte teksten af te leveren binnen een redelijke termijn.

De Taaltelefoon beantwoordt niet alleen de vragen die rechtstreeks aan de dienst worden gesteld. Ze beheert ook de mailbox van taaladvies.net, de taaladvieswebsite van de Nederlandse Taalunie. De vragen die je via taaladvies.net stelt, komen allemaal bij de Taaltelefoon terecht. Daar worden ze geselecteerd: de Belgische vragen beantwoordt de Taaltelefoon zelf, de Nederlandse worden naar de taaladviesdienst van het Nederlandse Genootschap Onze Taal doorgestuurd. Dus ook mensen die nooit rechtstreeks contact opnemen met de Taaltelefoon, worden door hen geholpen.

Onlangs kwam nog in de media dat het aantal vragen aan de Taaltelefoon afneemt. De telefoon staat inderdaad niet meer roodgloeiend. Ook het aantal mails neemt stilaan af. Maar de behoefte aan advies is niet afgenomen. Sinds enkele jaren hebben taalgebruikers met taalvragen immers drie websites ter beschikking waar ze het antwoord zo vinden: woordenlijst.org voor de spelling en taaladvies.net en taaltelefoon.be voor andere taalkwesties. Die websites zijn ontzettend populair: ze worden allebei miljoenen keren per jaar geraadpleegd. Die websites komen er uiteraard niet vanzelf. Bij twee van ervan spelen de taaladviseurs van de Taaltelefoon een cruciale rol. Zij helpen mee bij het schrijven van de adviezen voor taaladvies.net, en bieden op de eigen website een vereenvoudigde, gebruiksklare versie aan van die adviezen. Ze selecteren de taalkwesties hiervoor onder meer op basis van de vragen die zij vaak krijgen. Op basis van hun ervaring dus.

In principe kan de Vlaamse overheid de Taaltelefoon uitbesteden. Dat kan zelfs volgens het decreet dat de oprichting van de Taaltelefoon mogelijk maakte. Toch zou dat een heel slechte zaak zijn. Het gaat immers niet om een bedrijfsrestaurant dat je aan een externe restauranthouder kunt uitbesteden. De taaladviseurs bij de Taaltelefoon hebben een unieke expertise en knowhow, die je nergens anders in Vlaanderen vindt. Er zijn inderdaad commerciële bedrijven die taaladvies bieden, maar dan gaat het over een heel ander type advies. Zij lichten teksten door en geven workshops, maar beantwoorden geen losse taalvragen. Daarvoor gaan ze net zelf te rade bij de Taaltelefoon. Die situatie is volledig anders in Nederland, waar het Genootschap Onze Taal in opdracht van de Taalunie taalvragen beantwoordt. Er bestaat geen Vlaamse versie van het Genootschap.

Op dit moment is de Taaltelefoon een belangrijke partner voor iedereen die sporadisch of professioneel met taal bezig is. Wie de betekenis van een woord wil weten, grijpt naar een woordenboek. Wie twijfelt over een zinswending, een woord of een schrijfwijze, raadpleegt taaltelefoon.be en taaladvies.net. En wie het antwoord dan nog niet vindt, mailt of belt de taaladviseurs.

Zij hebben intussen ook veel vertrouwen opgebouwd bij hun publiek. Twijfelen over een taalkwestie is immers voor veel mensen nog steeds een beetje gênant. Net omdat de taaladviseurs van de Taaltelefoon zich niet als een politieagent met opgeheven vingertje gedragen, durven mensen hun vragen aan hen wel stellen.

Als de overheid de Taaltelefoon uitbesteedt, gaat ze voorbij aan het vertrouwen dat duizenden taalgebruikers al jaren in deze dienst stellen. Het zou zelfs geen besparing opleveren. De overheid is immers per decreet verplicht de taaladviesdienst te verzorgen en dus te financieren, en het zal jaren duren eer een privépartner dezelfde expertise kan bieden en hetzelfde vertrouwen zal krijgen als de Taaltelefoon nu.

Miet Ooms (taalexpert, freelance vertaler en taaldocent)

 

We respecteren je privacy.
Door op deze website te surfen aanvaard je functionele en analytische cookies, bedoeld om de site goed te laten werken. Hier geen trackingcookies.