Petitie vraagt meer aandacht en waardering voor wetenschapspopularisering"Handboeken taal worden geschreven door amateurs en staan vol onzin, omdat het meewerken aan handboeken geen "punten" oplevert voor academici."

Zo opende prof. dr. Filip Devos van de Universiteit Gent onlangs het debat over wetenschapspopularisering. Er is dringend meer aandacht en waardering voor popularisering nodig, aldus Filip Devos, want de gevolgen van de stiefmoederlijke behandeling zijn verstrekkend. Dat resultaten uit wetenschappelijk onderzoek niet meer vertaald geraken in leesbare handboeken voor het onderwijs is een ernstig probleem. Daar moeten parlement en academische overheden zich (samen) over bezinnen. Om iets aan de situatie te veranderen start Filip Devos een petitie. De Taalsector steunt deze petitie voor meer aandacht en waardering voor wetenschapspopularisering en nodigt iedereen met een taalberoep uit om ze te ondertekenen. Want wat is er aan de hand?


Drie opdrachten
Universiteiten en hogescholen hebben een drieledige opdracht: onderwijs verstrekken, aan wetenschappelijk onderzoek doen en maatschappelijke dienstverlening. In een opiniestuk in De Standaard legt Filip Devos uit dat professoren en assistenten vandaag echter vooral of haast uitsluitend beoordeeld worden op één aspect: onderzoek, en wetenschappelijke publicaties over dat onderzoek. "Vooral publicaties in toptijdschriften zijn belangrijk. Dat brengt ‘punten’ op. En geld, want dit precies draagt bij tot de verdeling van onderzoeksmiddelen tussen de Vlaamse universiteiten. Door die nadruk op internationale publicaties zijn de tweede (‘onderwijs’) en derde opdracht (‘maatschappelijke dienstverlening’) al geruime tijd in het gedrang gekomen."

Dat meewerken aan een handboek taal voor het onderwijs een waardevolle vorm van maatschappelijke dienstverlening is, staat niet ter discussie. Toch zijn academici nauwelijks meer geïnteresseerd om hun wetenschappelijke kennis te laten doorstromen tot in het onderwijs. En nog minder om hun kennis tot bij het brede publiek te brengen - laat staan in een taal die de belastingbetaler verstaat. Hoe is het zo ver kunnen komen? Het is logisch, zegt Filip Devos, want ze worden er niet voor gehonoreerd. En dat is jammer, want het is niet goed gesteld met pakweg de kwaliteit van de taalhandboeken.

Taalhandboeken
In een gesprek met De Taalsector zegt Filip Devos, die aan de UGent onder meer Nederlandse grammatica doceert aan eerstejaarsstudenten: "Grammatica wordt in de handboeken voor het Vlaamse secundair onderwijs nog vaak veel te moeilijk uitgelegd. Bovendien versterken de meeste taalhandboeken bij de jeugd het idee dat taal een systeem van regels is dat opgelegd wordt en dat onderwijs dient om die regels door te geven. Voeg daar nog een overdreven normfixatie aan toe en je hebt de perfecte cocktail om alle taalplezier te smoren. Ook taalvariatie bijvoorbeeld komt in de handboeken nauwelijks aan bod. Dat zeg ik niet zomaar, dat is wetenschappelijk onderzocht."

De Taalsector: "Het is wetenschappelijk onderzocht hoe handboeken Nederlands voor het Vlaamse secundair onderwijs omgaan met taalvariatie?"

Filip Devos: "Ja, dankzij het populariseringswerk van een Johan De Schryver (KU Leuven), die zich ondanks de onderwaardering toch nog de moeite getroost om zijn onderzoeksresultaten te publiceren in een populariserend tijdschrift zoals "Over taal", weet iedereen nu dat de handboeken enkel een aantal meningen over taalnormen, standaardtaal en taalvariatie voorschotelen, maar geen feitenmateriaal. Zo krijgen de leerlingen natuurlijk geen beeld van het wetenschappelijk onderzoek."

Petitie
Prof. dr. Filip Devos wil het niet mee op zijn geweten hebben. Het is tijd voor actie, vindt hij. En daarom start hij een petitie die meer aandacht en waardering voor wetenschapspopularisering vraagt. De petitie zal zowel aan de leden van het Vlaams Parlement als aan de academische overheden overhandigd worden. Intussen hebben ruim 700 mensen de petitie ondertekend.

U vindt de petitie hier: http://www.petities24.com/wetenschapspopularisering

De petitie vraagt onder meer dat het Vlaams Parlement en de academische overheden zich (gezamenlijk) bezinnen over de waarde die toegekend wordt aan wetenschapspopularisering. Er moeten maatregelen genomen worden die wetenschapspopularisering valoriseren. Wetenschappelijke Nederlandstalige publicaties voor een ruim publiek (in tijdschriften, kranten, magazines, blogs, websites) moeten in de curricula en bij evaluaties van academici ook gehonoreerd kunnen worden.

De petitie vraagt ook dat populariserende initiatieven in het hoger onderwijs aangemoedigd worden: de organisatie van studiedagen voor leraars lager en secundair onderwijs of een ander niet-academisch publiek, cursussen permanente vorming, lezingen en cursussen voor culturele organisaties, bijdragen in populariserende tijdschriften of andere publicaties, medewerking aan handboeken voor het onderwijs, bijdragen over wetenschap in allerlei media (geschreven pers, radio, tv), enz. Universiteiten en hogescholen zouden dus ook punten moeten toekennen aan hun medewerkers voor onderzoeksoutput (presentaties, publicaties) gericht op een breed publiek.

Ook vraagt de petitie dat de academische overheden erover waken dat de drie deeltaken van hoger onderwijsinstellingen (onderzoek, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening) evenredig in het takenpakket en in de evaluaties van medewerkers aan bod kunnen komen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de kwaliteiten en interesses van die medewerkers en met hun vakgebied. De accentuering van hoogstaand internationaal wetenschappelijk onderzoek mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs en van de maatschappelijke dienstverlening.

Reacties
Op het petitieforum sluit prof. dr. Dominiek Sandra (Universiteit Antwerpen) zich aan bij het standpunt van Filip Devos: "Het behoort tot de taken van de universiteit om haar onderzoeksresultaten voor zo een breed mogelijk publiek open te stellen. Wetenschapspopularisering is daarbij essentieel. Die vorm van publiceren enz. wordt in het huidige academische milieu veel te weinig gewaardeerd. Hoewel publicaties in vooraanstaande nationale en internationale tijdschriften absoluut noodzakelijk en waardevol zijn, kan een maatschappij het zich niet veroorloven om de band met de universiteit door te knippen."

Ook de Gentse taalonderzoeker Steven Delarue, die doctoraatsonderzoek verricht naar taalgebruik, taalpercepties en taalideologieën van Vlaamse leerkrachten, is het volmondig eens met Filip Devos. In een blogpost op zijn eigen website zegt hij: "Ik heb taken op zowel onderwijs-, onderzoeks- als dienstverleningsvlak, maar er wordt van mij vooral verwacht dat ik zo veel mogelijk Engelstalige A1-publicaties aflever, niet dat ik artikels voor Over taal schrijf, en nog minder dat ik met deze blogposts probeer om mijn onderzoek tot bij een groter publiek te krijgen."

"Nochtans: moet het daar eigenlijk niet om gaan als je aan wetenschappelijk onderzoek doet? Nadenken over het maatschappelijke belang van waar je als onderzoeker mee bezig bent (en voor betaald wordt), en proberen om met zo veel mogelijk geïnteresseerden, binnen en buiten de academische wereld, je resultaten te delen en discussies te voeren? Mijn blog/website heeft al veel meer lezers bereikt dan al mijn Engelstalige wetenschappelijke artikels (...) ooit zullen kunnen, en dat ene populariserende artikel dat ik een paar jaar terug in Over taal heb gepubliceerd, is met voorsprong het meest gelezen artikel van mijn hand. Dergelijke vormen van ‘maatschappelijke dienstverlening’ zijn op papier deel van mijn taak als assistent, maar worden in de praktijk schromelijk ondergewaardeerd," aldus nog Steven Delarue.

Nefaste publicatiedruk
De hoge publicatiedruk heeft niet alleen gevolgen voor de kwaliteit van de taalhandboeken. Filip Devos: "Dit gaat veel verder dan men denkt: proffen en assistenten vegen ronduit hun voeten aan onderwijs (tijdverspilling, want: publiceren!); men sjoemelt met wetenschappelijk onderzoek; de afstand tussen ‘het volk’ en ‘de wetenschap’ wordt groter; iedereen moet in het Engels publiceren (of les geven), waardoor de moedertaal domeinverlies lijdt, enz., enz., enz. En het houdt alles verband met elkaar: is onderwijs niet één grote vorm van wetenschapspopularisering, misschien? Ik hou echt mijn hart vast voor de volgende generatie(s)."

Over taal
Over taal is een tijdschrift dat wetenschappelijke kennis over (de Nederlandse) taal, tekst en communicatie populariseert voor taalkundigen, taalprofessionals en geïnteresseerde taalliefhebbers. Het tijdschrift bestaat meer dan 50 jaar, verschijnt vijfmaal per jaar, wordt uitgegeven door INNI publishers (Kortrijk) en is een zogenaamd peer-reviewed tijdschrift. Dat laatste betekent dat ingezonden stukken door drie onafhankelijke en anonieme beoordelaars gelezen en beoordeeld worden met het oog op publicatie. De ranking van Over taal verschilt echter van universiteit tot universiteit. Filip Devos is de hoofdredacteur van Over taal.

De Taalsector is vragende partij voor veel meer taalwetenschapspopularisering; de taalberoepen én het brede publiek hebben er belang bij dat relevante resultaten uit taalwetenschappelijk onderzoek (ook in het kader van doctoraats-, master- en bachelorthesissen) goed doorstromen. Dat is niet alleen belangrijk voor de band tussen de opleidingen en het werkveld, maar ook voor het ontwikkelen van een aantrekkelijk imago dat moet garanderen dat de taalberoepen knappe koppen blijven aantrekken.


Meer info: http://www.petities24.com/wetenschapspopularisering

Meer info: http://www.petities24.com/forum/132562

Meer info: http://www.standaard.be/cnt/dmf20150511_01675606

Meer info: http://stevendelarue.be/2015/04/23/wetenschapscommunicatie-en-popularisering-het-kind-van-de-rekening/

Meer info: www.overtaal.be

Meer info: www.facebook.com/overtaal

 

We respecteren je privacy.
Door op deze website te surfen aanvaard je functionele en analytische cookies, bedoeld om de site goed te laten werken. Hier geen trackingcookies.