Nieuw Leuvens Lexicon bewaart volkstaal voor de toekomstEen voorstelling van een dialectwoordenboek is tegenwoordig een heel evenement. In het Oostends stadhuis woonden vorig jaar 450 Oostendenaars de voorstelling van het Oostends Woordenboek van Roland Desnerck bij. Eergisteren was de gotische zaal van het Leuvense stadhuis te klein voor de voorstelling van het "Leuvens Lexicon".

"Ik hoop dat onze dialecten als cultureel erfgoed zullen worden erkend," zei de Leuvense cultuurschepen Denise Vandevoort.

Een kanttekening over erkennen, bewaren en borgen van dialecterfgoed.


Vertaalwoordenboek
Het Leuvens Lexicon (500 blz.) vertaalt 8.000 woorden uit de Leuvense volkstaal in het Nederlands, en omgekeerd. Het nieuwe lexicon is de opvolger van de "Diksjonêr van 't Leives" uit 1994, een "woordenlijst van het hedendaags Leuvens". Die Diksjonêr was een verklarend woordenboek, het Leuvens Lexicon is een vertaalwoordenboek: Leives-Nederlands en Nederlands-Leives.

Den Akademie van 't Leives
Het Leuvens Lexicon is een initiatief van Den Akademie van 't Leives Dialekt (Academie voor het Leuvens Dialect). Het redactiewerk is van Renée Cuypers, Marcel Dujardin, Leona Meurrens, Jean Staes en Rudiger Vangeel. Ook Sylvain Libert, Paul Reeksmans, Jean-Marie Velghe en allicht nog vele anderen verdienen vermelding. Zij inventariseerden de Leuvense volkstaal op het terrein. Marc Juchtmans, Cil Haesendonck en Rudiger Vangeel digitaliseerden al het werk dat nog met de hand was geschreven.

De Diksjonêr uit 1994, ook een initiatief van dezelfde academie en onder redactie van Willy Wellekens tot stand gekomen, was een groot succes. In geen tijd waren de 3000 exemplaren van de eerste oplage verkocht. Een herdruk is er echter om verschillende redenen nooit gekomen. Overigens vonden veel mensen de fonetische schrijfwijze in de Diksjonêr lastig om te lezen. In het nieuwe lexicon is de fonetische schrijfwijze vereenvoudigd.


Cultureel erfgoed
Denise Vandevoort, schepen van cultuur van de stad Leuven, zei op de boekvoorstelling: "Ik hoop dat onze dialecten als cultureel erfgoed zullen worden erkend." 
Dialect als erfgoed. Vroeger zat dialect bij taal en taalkunde. In de taalsector. Nu zit het bij cultuur en erfgoed. In de cultuursector. Van taalvariëteit naar cultureel patrimonium. Hoe dat gegaan is? Een beetje gewild, en een beetje ongewild allicht. Bij taal zat dialect toch maar een beetje in het verdomhoekje. De taalpolitie moest er niet van weten. De Taalunie kan er ook maar moeilijk enthousiast over worden. Dan maar erkenning zoeken bij cultuur. En kijk, hoe sneller de dialecten verdwijnen, hoe enthousiaster 's lands rijk cultureel patrimonium ze in de armen sluit. Daar komt nog bij dat de nieuwe voogden een echte erkenning in het vooruitzicht lijken te stellen. Een erkenning als erfgoed. Cultureel erfgoed. Immaterieel cultureel erfgoed, helemaal volgens de definitie van en onder de paraplu van de UNESCO. Verlokkelijk.

"Vererfgoeding"
De "vererfgoeding" van het dialect lijkt volop aan de gang. In haar visienota over immaterieel cultureel erfgoed van december 2010 zegt Vlaams cultuurminister Joke Schauvliege dat er in Vlaanderen een netwerk of een centrum of een kern zou moeten kunnen groeien die alle kennis en expertise verzamelt rond dialecten, verhalen, mondelinge geschiedenis en vertelkunst. Zeg maar alle kennis en expertise rond orale tradities en uitdrukkingen, inclusief taal als vehikel van immaterieel cultureel erfgoed.

Dat laatste - taal als vehikel van immaterieel cultureel erfgoed (in het Engels: oral traditions and expressions, including language as a vehicle of the intangible cultural heritage) - komt recht uit de UNESCO-conventie voor de borging van immaterieel cultureel erfgoed uit 2003, die België in 2006 ratificeerde. Cultuurminister Schauvliege: "In Vlaanderen sluiten we met ons beleid perfect aan bij de Unesco-conventie van 2003 die de culturele diversiteit in de wereld wil vrijwaren en in beeld brengen." Dat is niet mis te verstaan.

UNESCO
En wat zegt de UNESCO in die conventie over erfgoed, dialect, taal? Ze definieert immaterieel cultureel erfgoed als volgt: "Het immaterieel cultureel erfgoed betekent zowel de praktijken, voorstellingen, uitdrukkingen, kennis, vaardigheden als de instrumenten, objecten, artefacten en culturele ruimtes die daarmee worden geassocieerd, die gemeenschappen, groepen en, in sommige gevallen, individuen erkennen als deel van hun cultureel erfgoed." En verder: "Dit immaterieel cultureel erfgoed, overgedragen van generatie op generatie, wordt altijd herschapen door gemeenschappen en groepen als antwoord op hun omgeving, hun interactie met de natuur en hun geschiedenis, en geeft hen een gevoel van identiteit en continuïteit, en bevordert dus het respect voor culturele diversiteit en menselijke creativiteit." En talen? Zijn talen geen immaterieel cultureel erfgoed? Nee, die vallen niet onder de UNESCO-definitie van immaterieel cultureel erfgoed. Of toch, een beetje verder sluit de UNESCO ook taal in: "orale tradities en uitdrukkingen, inclusief taal als vehikel van immaterieel cultureel erfgoed".

Die UNESCO-definitie is een hele boterham. Maar wie naar dialect wil kijken door erfgoedogen, moet de UNESCO-definitie goed lezen. Er moet een gemeenschap of groep zijn die het dialect als cultureel erfgoed erkent. De groep moet het dialect overdragen aan de volgende generatie. En de groep moet het dialect continu herscheppen. Nog korter gezegd: de groep moet zijn dialect zélf als erfgoed erkennen, in leven houden, doorgeven en herscheppen.

Bewaren of borgen?
Er is bewaren en er is borgen. Dat zijn twee heel verschillende zaken. De UNESCO-conventie van 2003 gaat over de borging van erfgoed, niet over de bewaring.
Wat materieel is kun je bewaren. Materieel erfgoed bijvoorbeeld, zoals een dialectwoordenboek waarin je de volkstaal voor de toekomst bewaart, ook als niemand die volkstaal nog spreekt.
Wat immaterieel is kun je borgen. Immaterieel erfgoed bijvoorbeeld, zoals een dialect dat je erkent, in leven houdt, doorgeeft en herschept.

Om het dialect als immaterieel cultureel erfgoed te kunnen borgen - borgen, niet bewaren - moet er een gemeenschap of groep zijn die het dialect als cultureel erfgoed erkent. Dat vraagt van die groep wel wat meer engagement en enthousiasme dan "hopen dat het dialect ooit als erfgoed erkend zal worden". De erkenning moet immers niet van boven of van buiten komen, ze moet uit de groep of de gemeenschap zelf komen. Het gaat trouwens niet om een erkenning op basis van een dossier, een aanvraag of als resultaat van goed lobbywerk.

Om het dialect als immaterieel cultureel erfgoed te kunnen borgen - borgen, niet bewaren - moet de groep het dialect overdragen aan de volgende generatie. Ja, de UNESCO is streng. Wie op erkenning in de geest van de UNESCO-conventie voor de borging van immaterieel cultureel erfgoed hoopt, moet ermee akkoord gaan dat je dialecterfgoed niet kunt borgen in een museum. En ook niet in een woordenboek of een databank. Een dialectwoordenboek bewaart het dialect voor de volgende generatie, maar borgt het niet. Het woordenboek bewaart het erfgoed voor de komende generatie, maar geeft het niet door. Het maakt van het dialect materieel cultureel erfgoed, maar geen immaterieel cultureel erfgoed. Daar zijn heel andere acties voor nodig. Acties die aan het dialect zijn opvoedwaarde teruggeven bijvoorbeeld.

Om het dialect als immaterieel cultureel erfgoed te kunnen borgen - borgen, niet bewaren - moet de groep het dialect continu herscheppen. Zouden ze dat in West-Vlaanderen met de campagne "Iedereen West-Vlaams" (www.iedereenwestvlaams.be) begrepen hebben?

Bewaren én borgen
Natuurlijk is iedere publicatie van weer een nieuw dialectwoordenboek een reden om te juichen en te feesten op het stadhuis. Weer een stuk dialect bewaard voor de toekomst. Applaus.
Natuurlijk is het belangrijk de hele mondelinge taaltraditie van de laatste vijftienhonderd jaar zo veel mogelijk te inventariseren (nu het nog kan), te bewaren en (digitaal) te ontsluiten. Alles wat men er maar enigszins van kan bewaren, moet men bewaren. De orale tradities maken immers deel uit van het cultureel patrimonium. Meer nog, in de geest van de UNESCO-conventie maken ze al vijftienhonderd jaar deel uit van het cultureel patrimonium. Ze zijn al vijftienhonderd jaar immaterieel cultureel erfgoed. Ook al stonden ze al die tijd nergens op een inventaris. Ook al waren ze al die tijd nergens officieel erkend, ze werden al die tijd door de dialectsprekende gemeenschap erkend, doorgegeven en continu herschapen.
De vraag is dus eigenlijk niet of de dialecten immaterieel cultureel erfgoed zijn. De vraag is hoe lang ze dat nog zullen zijn. Wel, zegt de UNESCO, dat beslissen de dialectsprekers zelf. Zij alleen kunnen hun levend erfgoed erkennen, overdragen en herscheppen. Zij alleen kunnen hun erfgoed borgen.

Inventaris
De dialecten lijken anders wel op een UNESCO-achtige erkenning te hopen. Een voor de hand liggende erkenning zou een opname op de (Vlaamse) Inventaris voor Immaterieel Cultureel Erfgoed kunnen zijn. Cultuurminister Schauvliege: "Opname betekent geen extra subsidiëring, maar wel een grotere zichtbaarheid en kansen op uitwisseling van kennis, ervaringen, expertise, acties en programma's. En dit zowel in Vlaanderen als in het buitenland." Dat is duidelijk.

Op dit moment telt de Vlaamse Inventaris van Immaterieel Cultureel Erfgoed 37 "gewoontes, gebruiken, kennis en praktijken die een gemeenschap of groep overgeërfd heeft, én die de gemeenschap of groep voldoende belangrijk acht om door te geven aan toekomstige generaties." Dit jaar werden Waregem Koerse, de bloemencorso's, vinkenzetten en het telen van grondwitloof aan de inventaris toegevoegd.

Vlaamse Gebarentaal
Zoals gezegd vallen talen als dusdanig niet onder de UNESCO-definitie van immaterieel cultureel erfgoed. Toch nam Vlaanderen in 2008 de Vlaamse Gebarentaal op in de Vlaamse Inventaris van Immaterieel Cultureel Erfgoed. Als allereerste item op de Inventaris nog wel. Een statement en een precedent dat telt natuurlijk. Heel de wereld heeft het gezien. De Vlaamse Gebarentaal, "als een vehikel van immaterieel cultureel erfgoed".

Wat de Vlaamse Gebarentaal kan, dat kunnen de Vlaamse dialecten toch ook? Wat de vinkenzetters kunnen, dan kunnen de Vlaamse dialecten toch ook?

Luid applaus voor iedereen die zich inspant om dialecterfgoed te bewaren voor de toekomst. Luid applaus voor iedereen die de bewaring en ontsluiting van dialecterfgoed financieel steunt.

En luid applaus voor wie het dialecterfgoed helpt borgen. De bruikbaarheid van sommige dialecten mag dan de afgelopen decennia in de globaliserende wereld beperkt zijn geworden, de taalwetenschap heeft ondertussen een heleboel interessante inzichten ontwikkeld die als sterk wervende argumenten voor de enthousiaste borging van dialecterfgoed geherformuleerd kunnen worden. Hallo taalsector?


Meer info: www.onsleives.be

Meer info: www.immaterieelerfgoed.be

Meer info: www.iedereenwestvlaams.be

 

 


Auteur: Dries Debackere

 

(dd - 24/8/2013)

We respecteren je privacy.
Door op deze website te surfen aanvaard je functionele en analytische cookies, bedoeld om de site goed te laten werken. Hier geen trackingcookies.